dinsdag 11 december 2018

Konikpaardenvlees met de kerst?

Inmiddels ben ik alweer 2 maanden terug van mijn “wild life immobilization cursus” in Zuid-Afrika. Wat een geweldige ervaring. Les krijgen van een echte oude rot in het vak, werken met zebra, gnoe, buffel, giraf, luipaard, krokodil en olifant. En laat dat laatste dier nu veel dichter bij ons Nederlandse “wildlife” probleem staan dan ik dacht. 



De oude rot waar ik het over heb is Cobus Raath. Jarenlang was hij medeverantwoordelijk voor het wildbeheer van het Krugerpark. Hij was als dierenarts betrokken bij de verplaatsing van grote hoeveelheden wilde dieren in het park. 

Het Krugerpark heeft ten doel een zo divers mogelijk wildbestand te herbergen en in beperkte delen mogen toeristen rondrijden en deze dieren bekijken. Deze biodiversiteit wordt de afgelopen jaren ernstig bedreigd door wanbeheer. Niet omdat de verantwoordelijken niet weten wat er moet gebeuren maar omdat hun handen gebonden zijn door ons, het publiek. Of beter gezegd door de publieke opinie. 

Feit is dat de olifantenpopulatie elk jaar groeit met 5 tot 7%. Feit is dat olifanten geen natuurlijke vijanden hebben en dat hun toename ten koste gaat van de meeste andere soorten in het park. In dit park ter grootte van heel Nederland wandelt een volwassen olifantenbul makkelijk binnen een maand 400 km op en neer. 


Tot 1996 werd de olifantenpopulatie op peil gehouden door elk jaar 5 tot 7% van de populatie af te romen. In het Engels heet dit “culling”. Een net woord voor afschieten. 

Het klinkt vreemd maar dit afschieten gebeurde op een zo diervriendelijk mogelijke manier. De dieren werden per familiegroep bijeen gedreven en door een groot aantal goed opgeleide jagers binnen een minuut geschoten. De dode (dus niet levend met veel stress in de vrachtwagen) dieren werden naar het slachthuis vervoerd en verwerkt. Hierbij ging het niet om oude of zieke dieren maar om hele familiegroepen. Dus van baby tot oude matriarch. 

Alleen zieke dieren afschieten zou onvoldoende resultaat betekenen en alleen oude dieren maakt een natuurlijke leeftijdsverdeling onmogelijk. De gedode dieren gingen niet verloren. Het vlees, huiden en het ivoor werden verkocht. De infrastructuur van slachthuizen waar de kadavers werden verwerkt, is nog steeds aanwezig. 

Met name het westerse publiek vond dit niet langer acceptabel en toen is er gekozen om de overtollige olifanten te herplaatsen. Een megaoperatie. Elk jaar moesten er 400 olifanten (5% van de toen aanwezige 8000 olifanten) verplaatst worden om de populatie op peil te houden. Dit moest als familiegroep. Een familiegroep omvat 15 tot 30 olifanten die in z’n geheel verplaatst moesten worden. Dit was toen al wat men het absolute maximum achtte. 4-6000 zou ideaal zijn voor dit gebied. 

In het eerste jaar werden er +/- 350 dieren verplaatst, in het tweede jaar 250, in het derde jaar 180, in het vierde jaar 100 en in het vijfde jaar wilde niemand meer olifanten hebben. Let wel - ze werden gratis weggeven en geleverd! 

Vanaf 2002 zijn er geen olifanten meer herplaatst of afgeschoten behalve dan de dieren die voor hun ivoor zijn gestroopt. Inmiddels is de populatie opgelopen naar 17-18000. En ook al is het park met een derde uitgebreid naar Mozambique is dit een onhoudbare situatie. En elk jaar komen er 1000 bij!

Zelf was ik 10 jaar geleden in het park en het verschil met nu is vreselijk. De olifanten vernielen alles en de andere soorten hebben steeds minder plek. De beheerders sluiten de kunstmatige waterbronnen in de hoop dat de populatie zich zelf in stand houdt. Helaas heeft dit voor de olifanten nauwelijks effect en is de biodiversiteit waar het park altijd bekend om stond steeds minder. 

 Waar hebben we dit toch eerder gehoord?

Alleen al om de populatie op peil te houden moeten jaarlijks 1000 dieren gedood worden en om deze terug te brengen naar een acceptabele hoeveelheid moeten er minimaal 10.000 dieren in het komende jaar gedood worden. Een onmogelijke opgave! 

Het afgelopen jaar heb ik de oververhitte discussie rond de Oostvaardersplassen met groot interesse gevolgd. Pas nu na mijn Zuid-Afrikaanse trip meen ik me hier uitgesproken over te moeten uitten met het risico door de “publieke opinie” verketterd te worden. In de opzet zijn er door de verantwoordelijken veel fouten gemaakt waar wij als dierenartsen ons al in een vroeg stadium over hebben uitgesproken. Er staat een hek omheen dus moet je beheren. 

Er gaat in dit gebied geen natuurlijk evenwicht ontstaan als je je er niet mee bemoeit! Met beheer kan je dit evenwicht proberen te benaderen maar wil je een echt natuurlijk evenwicht zonder dat wij ons er mee bemoeien dan moeten wij achter het hek en moeten we de dieren hun gang laten gaan.


Dit is de afgelopen jaren overduidelijk gebleken en als er niet binnenkort een groot deel van de grote grazers herplaatst of afgeschoten wordt (met paarden redelijk te doen maar met herten veel moeilijker en dan niet alleen de zieke en zwakke dieren maar een dwarsdoorsnede van de populatie) dan lopen we tegen de zelfde of ergere ellende aan als afgelopen jaar en verandert er niets. 

Helaas zit er nu niets anders op om eenmalig een groot deel van de dieren af te voeren. Op termijn zal herplaatsen van dit aantal overtollige dieren geen optie zijn, er zijn weinig andere plaatsen in Nederland waar zo veel wilde paarden vrij kunnen rondlopen en andere landen staan ook niet te trappelen om ze op te vangen. Zelfs niet als we ze gratis komen brengen. Kijk maar naar de olifanten in het Krugerpark.


Ik koop al jaren vlees van de Galloway-runderen van het Naardermeer. In andere natuurgebieden kan het dus ook. Waarom kan dat in de Oostvaardersplassen niet? 

Ik stel voor heckrund-, konikpaarden- en hertenvlees uit de Oostvaardersplassen te gaan eten met de feestdagen in plaats van de mensen die het probleem helpen op te lossen te verketteren... 

Ik wens iedereen fijne feestdagen en een gelukkig nieuwjaar!

vrijdag 26 augustus 2016

3 keer is scheepsrecht!

Na ruim 20 jaar in het "vak" kan ik zeggen dat er steeds weer iets gebeurt wat een sterk verhaal zou moeten zijn maar toch echt waar gebeurt is.

Al jaren komt mevrouw Sanchez met haar bejaarde rode kater Pedro bij ons om door mij zijn nagels te laten knippen. Dit ritueel herhaalt zich elke 4-6 weken. Mevrouw komt binnen maakt een praatje terwijl ik de deksel van het kattenbakje haal en Pedro's nageltjes begin te knippen. Meestal wil Pedro liever onder dan op z'n kussen gaan liggen en blijft stil in z'n mandje zitten. Een enkele keer wil ie weleens mopperen maar hij is nooit vervelend. Bij het ritueel hoort ook dat hij gewogen wordt want hij heeft de neiging om iets te veel reserves op te bouwen. Ik til hem dan op loop naar de weegschaal en als ik weer terug naar de behandeltafel met daarop z'n mandje loop, wil ie het liefst al vanaf 2 meter afstand er in springen om er vervolgens doodstil in te blijven zitten.
We verwachten deze keer dus ook niets anders. Cynthia de assistente komt er gezellig bij en mevrouw begint te vertellen over het kadootje dat ze voor me meegenomen heeft van de vakantie. Ze heeft Pedro net opgehaald uit het dierenhotel. Ik haal de deksel van het mandje en mevrouw praat rustig verder terwijl ik mijn best doe om de rode kater in bedwang te houden. Hij gaat meteen op onderzoek uit en ik kijk een beetje twijfelend Cynthia aan. Deze blik ontgaat mevrouw Sanchez ook niet en ze vraagt: "Is er iets?" Ik zeg heel voorzichtig: "Volgens mij is dit Pedro niet." Ik pak de chiplezer om te kijken of het nummer wel klopt. Het apparaat piept en mijn vermoeden wordt bevestigd. Deze kater heeft een ander nummer dan Pedro. Hij springt van tafel en gaat vrolijk op onderzoek uit. Mevrouw is uiteraard erg verrast maar zegt ook meteen: "Ik vond het al vreemd dat ie niets terug zei toen ik tegen hem praatte in de auto."
We stoppen de vreemde kat weer in het mandje en mevrouw gaat terug naar het dierenhotel. Een uurtje later is ze terug. Een heel verhaal in het hotel over een nieuw meisje enz. en hier is Pedro dan. Ik maak het bakje open en Cynthia zegt meteen: "Wat is hij slank geworden" waarop het gezicht van mevrouw helemaal oplicht. Ik loop naar de weegschaal en "hij" is wel een heel stuk lichter en jonger geworden en volgens mij ook kleiner. Ik controleer opnieuw de chip en het nummer blijkt alweer niet te kloppen. Ik kijk onder de staart en ben niet verbaast dat het een poes en geen kater is. Inmiddels begint 'de dame' ook aardig te protesteren en als ik haar weer in het mandje wil stoppen krijg ik als bedankje ook nog een flinke haal.

We vinden het nu toch niet echt leuk meer en bellen het hotel. Erg verrast dat het weer misgegaan is, vragen we of ze op zoek willen gaan naar Pedro en ook even het chipnummer willen controleren. Dat gaan ze doen en mevrouw mag meteen weer hun kant op komen. Dan wisten ze toch echt niet met wie ze te maken hadden. Cynthia blijft aandringen dat we mevrouw pas sturen als ze zeker weten dat ze nu toch echt wel de juiste kater hebben. Dat lukt na enig aandringen en mevrouw vertrekt weer met Philomiena (zo blijkt ze te heten als we het nummer van de chip op internet opzoeken). Na weer een uurtje is mevrouw weer terug en gelukkig zit nu oude en vertrouwde Pedro in het mandje. Hij zat in een hokje waar Pablo op stond vertelt ze maar dat verbaast ons al niet meer. Wel dat er niet eens excuses af konden bij het dierenhotel. Ik ben benieuwd of Pedro de volgende keer van haar weer op het zelfde adres mag logeren.

(Namen van eigenaar en dieren zijn i.v.m. privacy verzonnen maar uiteraard wel bij mij bekend.)

zaterdag 15 november 2014

Pet Health Plan of Huisdier Preventieplan, what's in a name?

Nu precies een jaar geleden heb ik, in navolging van wat dierenartsen in de Verenigde Staten en Groot-Brittannië al jaren geleden deden, mijn Huisdier Preventieplan gelanceerd. Bij hun heet het Pet Health Plan.

Het doel van zo'n plan is om huisdiereigenaren – mijn klanten – beter aan mijn praktijk te binden en de inkomsten te stabiliseren. Dat is de zakelijke kant van het verhaal: eerlijk is eerlijk. Bijkomend voordeel is dat het tegelijkertijd mijn dieren behoed worden voor vlooien, teken, wormen en ernstige infectieziekten en hun eigenaren voordeliger uit zijn dan zonder abonnement. WIN-WIN zou je zeggen. Gek genoeg gaat het plan nog niet als warme broodjes en ik snap dat wel. Mensen willen zich niet vastleggen en zoeken meteen de instinker van het aanbod. Zou ik ook doen en juist daarom heb ik er géén ingebouwd. Dat werkt namelijk niet. De bedoeling is dat zo'n plan een heel dierenleven lang mee gaat en als het niet eerlijk is dan komt een eigenaar er vroeg of laat wel achter en vertrouwt me daarna nooit meer.



Wat is dan het verschil tussen een Pet Health Plan en ons Huisdier Preventieplan? Het is maar een gevoel. Ik denk dat er verschillen zijn tussen de Britse, Amerikaanse en Nederlandse beleving van huisdieren en dat je niet zo maar hetzelfde systeem in alle landen kunt toepassen. Ik heb bijna 2 jaar zitten broeden op “mijn” systeem en hoop dat het voor mijn praktijk de oplossing is. Het afgelopen jaar heb ik veel geleerd en ook hier en daar aanpassingen gedaan. Het werkt en ik hoop dat het zien van iemand die niet hoeft af te rekenen anderen motiveert om er ook aan te beginnen. Dit gaat nu pas een beetje beginnen.



Inmiddels word ik regelmatig gebeld door collega's die ook met een Pet Health Plan willen beginnen. Of ik ze kan adviseren. Ik ben groot voorstander van dat we elkaar helpen, maar heb geen tijd om iedere keer een uur advies te geven. Dat ga ik binnenkort regelen via een website: WWW.HUISDIERPREVENTIEPLAN.NL is geregistreerd. Nog heel even wachten......


woensdag 17 september 2014

Waar kan ik een puppy kopen?

Deze vraag krijg ik regelmatig. Het mag geen rashond zijn, liefst een bastaardje en liefst ook nog van een bepaald formaat. Je zou bijna honden gaan fokken om aan de vraag te voldoen.

Ik zou willen dat er meer mensen thuis een nestje nemen. Gewoon een lieve huishond gedekt door een andere lieve huishond van een ander ras of bastaardje. Want dat willen we toch het liefst. Een lieve gezonde hond. Laten we het uiterlijk dan maar wat minder belangrijk vinden. Een nestje is ontzettend leuk. En er is geen betere socialisatie dan midden in de woonkamer binnen een druk gezin op te groeien. Is zo'n pup dan gratis? Natuurlijk niet, de onkosten mogen best doorberekend worden, maar rijk zal je er nooit van worden als fokker.


De overheid, dierenbescherming en dierenartsen adviseren om beter geen rashond aan te schaffen omdat deze vaker erfelijke gebreken hebben. Maar waar vind je dan een mixje? De opvanghonden uit Zuid-Europa worden afgeraden omdat je hun achtergrond niet weet en ze ziektes bij zich kunnen dragen. Ook het asiel heeft nauwelijks puppy's in de aanbieding: dus waar dan wel? Dan ga je maar op marktplaats zoeken en kom je prachtige websites tegen die verschillende rassen en ook bastaardjes aanbieden. Alles is op voorraad.....

De laatste weken zie ik in de praktijk een toename van puppy's die in Brabant en België zijn gekocht. Niet voor weinig geld maar gewoon voor de hoofdprijs. Een aantal van deze puppy's had een Oost-Europees paspoort met vreemde vaccinatie-schema's. Gelukkig waren de pups in goede gezondheid, maar toch wil ik hier een waarschuwing plaatsen.

Vaak komen deze pups uit 'fokfabrieken' waar de ouders onder soms erbarmelijke omstandigheden het ene na het andere nest moeten produceren. De websites waarop deze puppy's via marktplaats worden aangeboden zien er erg professioneel uit en er wordt geschermd met officiële instanties die vergunningen af gegeven hebben. Weet dat deze puppy's in Oost-Europa vaak niet meer dan 50 euro inkoop kosten voor de handelaren dan begrijp je dat hier heel veel geld in omgaat en dat de verkooplocaties er heel indrukwekkend uit kunnen zien.

Waar moet je dus op letten als je pups aangeboden ziet op internet en marktplaats?


• Ouders. Als er op 1 adres meerdere nestjes van verschillende rassen aanwezig zijn en je ziet geen moeders dan klopt er iets niet. En laat je niet afschepen met "ja die is mijn man net aan het uitlaten"...

• Het paspoort. Komt dat uit België of een Oost Europees land dan hebben die mensen wat uit te leggen. Kijk ook naar de stempels bij de vaccinaties, is dat een Belgisch of Oost Europese dierenarts dan klopt er iets niet.

Onderstaand nog tips van de hondenbescherming via de pupchecklist.

Geen pups op voorraad of bezorging aan huis

Wanneer pups ‘op voorraad’ zijn, is er meestal niet op verantwoorde wijze gefokt. Fokkers die de pup afleveren, verbergen vaak de situatie waarin de pup opgroeit.

Bij de fokker is maar een nestje aanwezig, of hooguit twee
Het kost tijd om een nest pups een goede start te geven. Een fokker die veel nesten heeft, heeft niet genoeg tijd om alle pups te laten wennen aan wat ze gewoon moeten gaan vinden.

Gezondheidsinformatie wordt verstrekt 

De pup is gechipt en geregistreerd, ontwormd en ingeënt. Je krijgt een paspoort mee en kunt het chipregistratiebewijs inzien. De ouderdieren zijn getest op mogelijke gebreken en je krijgt die testresultaten te zien.

De pups hebben schone ogen, oren, neusjes en achterkanten
Een schone pup duidt op een schone leefomgeving en goede gezondheid.

De pup gaat op zijn vroegst met zeven weken met je mee
Een fokker die eerder afstand doet van zijn pups overtreedt de wet en heeft meestal geen goede intenties.

De pups groeien op in een schone huiselijke omgeving
Opgroeien in een rijke, huiselijke omgeving zorgt dat de pup zich kan
ontwikkelen en kan wennen aan alles wat hij normaal moet gaan vinden.

De moederhond is aanwezig bij de pups

Een moederhond voedt haar pups op en is erg belangrijk voor een goede start.

De moederhond en pups zijn blij met je bezoek

De appel valt niet ver van de boom. Als de moederhond sociaal is, is de kans groter dat de pups dat ook zijn. Daarom is het belangrijk dat de honden open en vriendelijk reageren en het fijn vinden door je geaaid te worden.

De fokker stelt je vragen over je woon-, leef- en gezinssituatie

Een goede fokker wil dat zijn pups goed terecht komen en zal je dus op geschiktheid als hondeneigenaar willen beoordelen.

www.hondenbescherming.nl



dinsdag 2 september 2014

De omgekeerde wereld...

Nu doe ik dit werk toch al ruim 20 jaar maar dit was ook voor mij nieuw. Een poezenbazin die ik al een hele tijd niet meer op de praktijk had gezien kwam met 2 kittens die bij haar geboren waren om deze te laten nakijken en van hun eerste inenting te voorzien. Helaas zaten de 2 kleintjes onder de vlooien en krioelde het in hun oortjes van de oormijt. Beetje slordig want makkelijk te voorkomen door de moederpoes goed parasietenvrij te houden met een maandelijkse druppel in de nek. Gelukkig is dit prima te behandelen en houden de beestjes er geen blijvende schade aan over.

Moederpoes had nog een derde kitten gebaard maar deze was reeds aan iemand cadeau gedaan. Deze nieuwe eigenaar was naar de eigen dierenarts gegaan die uiteraard ook de vlooien en oormijt opmerkte en er meteen bij vertelde dat mevrouw nu ook haar eigen huis goed schoon moest maken en de reeds aanwezige kat tegen vlooien moest behandelen. Prima advies maar wat schets mijn verbazing: de nieuwe eigenaar is boos dat ze een kitten met parasieten heeft gekregen en wil de gemaakte dierenartsenkosten in z'n geheel op de hobbyfokker verhalen aangezien de gegeven kitten deze kosten had veroorzaakt.


Ik ben met stomheid geslagen. Je krijgt een kitten kado, gaat er mee naar de dierenarts die vervolgens de noodzakelijke behandelingen verricht (of de kitten nu vlooien en oormijt heeft of niet, de inentingen en parasietenpreventie zijn toch nodig) en gaat dan deze kosten declareren bij degene waar je gratis en voor niets het diertje hebt opgehaald. Lekker makkelijk - geef dan ook maar meteen de kitten weer terug, denk ik stilletjes.

Of vinden jullie dat dit nieuwe baasje gelijk had?

woensdag 26 februari 2014

Waarom denken eigenaren zo vaak dat hun dier hier geen last van heeft?

Dagelijks zien we wel een hond of kat die zelfs nu midden in de winter onder de vlooien zit. Voor degene die het nog niet wist......De vlooien die wij zien zijn het topje van de ijsberg. De meeste vlooien zitten namelijk niet op de dieren maar in de omgeving. Dus in de tuin en vooral in huis. En dan te bedenken dat onze lieve huisgenoten vaak ook nog op de bank of zelfs op bed mogen. Hier vallen de door de vlooien gelegde eitjes uit de vacht. Als ze uitkomen voeden de larven zich met organisch materiaal in die omgeving, vooral huidschilfers maar ook vlooienontlasting. Deze ontlasting is vaak de eerste waarschuwing dat er een vlooienbesmetting aanwezig is. De kleine zwarte korreltjes zie je vaak als eerste in de vacht en op de huid van je huisdier. 


Bij een kat is het vaak moeilijk om levende vlooien te vinden. Zeker al je je bewust bent dat katten zelf heel goed zijn in het vangen van vlooien. Waar een vlo gemiddeld 3 maanden op een hond kan overleven is dat bij katten hooguit een week. Ook heeft lang niet elk dier jeuk als er vlooien zijn. Dus als u dacht dat u met kammen en doden van de gevangen vlooien aan vlooienbestrijding doet hebt u het goed mis. Hier helpen alleen maar goede vlooienmiddelen die een voortdurende bescherming bieden en de meeste vlooien al binnen een uur doden. Maandelijkse toediening is hierbij meestal noodzakelijk. 



Inmiddels maken al heel wat dieren gebruik van ons Huisdier Preventieplan en zijn zo voor een vast bedrag per maand verzekerd van een goede bescherming tegen deze maar ook vele andere parasieten. Ook herinneren wij u dan maandelijks dat het weer tijd is voor de parasietenbehandeling. Deze zachte winter laat zien dat dit zeker geen verspilde moeite is. Mocht u hier meer over willen weten, kom dan eens langs op de Zwarteweg 12a of bel ons op 035-6945073. We leggen het graag aan u uit.

dinsdag 17 december 2013

Dierenarts weer kop van Jut - nu in NRC

En daar gaan we weer. Heleen Crul, publiciste van het NRC vindt dat dierenartsen best hun prijs kunnen laten zakken om mensen met huisdieren tegemoet te komen in deze barre tijden. Zij is zo goed op de hoogte van onze financiële positie dat zij meent te kunnen bepalen dat wij best wat minder mogen verdienen. 




Uit haar stuk blijkt dat ze geen idee heeft waarover ze oordeelt. Ze vergelijkt de prijzen tussen een Nederlandse dierenarts en een Italiaanse en concludeert dat "de Nederlandse dierenarts" te duur is. Het zelfde prijsverschil had ze zonder veel moeite kunnen vinden tussen 2 verschillende dierenartsen in een en dezelfde stad in Nederland.


Ze vervolgt haar relaas met de bewering dat het vrijgeven van de prijzen tot hogere tarieven heeft geleid en niet door vergroting van de concurrentie tot lagere.



Het vrij laten van de prijzen heeft zeer zeker tot meer concurrentie onder dierenartsen geleid. De diversiteit van tarieven is nog nooit zo groot geweest. Er zijn inmiddels mobiele dierenartsen en low budgetklinieken die diergeneeskunde voor een zeer lage prijs aanbieden. Vaak zijn dit ketens die met een lage overhead en goedkoop personeel werken waar heel goed naar het rendement van het geïnvesteerde vermogen wordt gekeken. Soms ook zijn het net beginnende dierenartsen die in een slechte arbeidsmarkt hun vak willen uitoefenen en van de inkomsten net rond kunnen komen. Je moet als eigenaar van een huisdier goed om je heen kijken en vergelijken als je voor weinig geld geholpen wil worden. Als je dat pas doet als je dier spoedeisende hulp nodig heeft is het hiervoor meestal te laat. En dat heb je met alles in het leven toch?



Mevrouw Crol constateert dat moderne dierenklinieken forse financiële investeringen vergen en gaat er vervolgens klakkeloos van uit dat die alleen maar gedaan worden als er een flink rendement tegenover staat. Wat ze helaas niet weet is dat de meeste dierenartsen niet de meest geslepen zakenlui zijn die hun vermogen met het beste rendement investeren. Bedragen geïnvesteerd in goodwill verdampen als sneeuw voor de zon en ook praktijkpanden worden de laatste jaren eerder minder dan meer waard. Het rendement op het geïnvesteerde vermogen bedraagt tegenwoordig zelden meer dan 10%. Geen wonder dat het tegenwoordig ook voor dierenartsen heel moeilijk is om de praktijkfinanciering rond te krijgen.



De meeste dierenartsen investeren in een praktijk om iets meer te verdienen dan in loondienst mogelijk is. De CAO voor dierenartsen is openbaar en mevrouw Crul kan met gemak de verdien- en carrièremogelijkheden van een dierenarts in loondienst achterhalen. Nee, dierenartsen verdienen niet het minimumloon. De meesten hebben een redelijk inkomen maar echt rijk wordt maar een enkeling. Ik nodig mevrouw Crul uit om eens mijn cijfers te komen bekijken zodat ze zich een beter oordeel kan vormen over de inkomenspositie van de gemiddelde gezelschapsdierenarts.



Een aantal jaren (nog niet zo heel lang) geleden heeft de overheid besloten dat huisdieren niet tot de eerste levensbehoeften behoren en het hoge BTW tarief voor diergeneeskundige zorg ingevoerd. Hier was niet alleen de huisdiereigenaar de dupe van. Veel dierenartsen hebben in die tijd de prijzen nauwelijks aangepast aan de inflatie waardoor hun winsten sterk onder druk kwamen. Als wij als gemeenschap besluiten dat huisdieren wel weer tot de eerste levensbehoefte gaan behoren kan het BTW tarief weer omlaag, dan kunnen we ook meteen een verplichte zorgverzekering voor huisdieren invoeren en de mensen die dat niet kunnen betalen zullen hier dan voor gecompenseerd moeten worden.




Tot die tijd blijft een hond of een kat luxe. Het is dan ook niet kies om de dierenarts verantwoordelijk te maken voor het bereikbaar houden van diergeneeskundige zorg voor iedereen die het eigenlijk niet kan betalen.